In deze bundel bijna veertig gedichten met een vogelnaam. De dichter noemt ze 'verenpakketjes'. Hij is vogelaar en wil de geweldige eigenschappen van vogels aandikken, opleuken en vermenselijken. Ze hebben een speelse en opgewekte toon, waarin bv. 'Mus' leest als een parodie op 'De mus' van Jan Hanlo. De mus vliegt boven een bollenveld en zegt niet: 'Tjilp, tjilp', maar 'Tjulp, tjulp'. In 'Meeuw' zie je een aanklacht tegen de plastic soep in de zee. Het is een zeer originele kijk op de vogelwereld, met bijpassende illustraties in veelal vierkante en rechthoekige vormen. De auteur was stadsdichter van Assen en is tuinman in Smilde. Dit levert een combinatie op van natuur en literatuur. Volgens de dichter zelf: voor poëtische vogelaars, vogelende poëten en ieder ander dier ze ziet vliegen. Lees ze en vogel ze.