Paulien Pauwels (16 jaar) woont net als haar jongere zus en broer in het weeshuis. Een onbekende oom, een welgestelde notaris, neemt haar in huis als gezelschap voor zijn wispelturige en onvoorspelbare dochter Claudia. Wanneer de zoon van een baron zijn oog laat vallen op Paulien, begint Claudia wraakacties tegen haar nichtje. Paulien heeft een groot ideaal: als zelfstandige een naaiatelier beginnen om haar broertje en zus een thuis te kunnen geven. Wat haar toekomst betreft, zal ze moeten kiezen tussen de rijke aristocraat en haar grote liefde. Het verhaal speelt zich af in België in de jaren vlak na de Tweede Wereldoorlog. Het geheel is als een sprookje; arm en rijk staan lijnrecht tegenover elkaar, maar het eind is wensvervullend.