Het tweede boek* van de Amerikaans auteur is gebaseerd op haar eigen familiegeschiedenis en vertelt het verhaal van twee zussen. Inja die opgroeit bij haar grootmoeder en oom in Korea tijdens de turbulente jaren na WO II en de Koreaanse oorlog en Minja die toen naar Amerika ging, waar hun ouders (als politiek vluchteling) een Christelijke Koreaanse kerk leiden. Waarom ze van elkaar gescheiden werden, wordt langzamerhand duidelijk en hun verhaal is hartverscheurend. Vanuit verschillende perspectieven (o.a. brieven) leren we de meisjes en hun familie kennen. Aan de ene kant de ontberingen (ook in het verleden), aan de andere kant het zich aanpassen in een vreemd land en hun geestelijke strijd in de jaren zestig en zeventig in Amerika. Als kleine kinderen hebben de meisjes de ’secrets’ van hun ouders nooit begrepen, als tiener doet het ze veel verdriet, maar ze zien ook dat het niet uit slechte wil was. Uiteindelijk kunnen ze als één familie verder. De vlotte verteltrant is gedetailleerd en informatief, de personages levensecht in hun ingetogenheid. Een ontroerend boek.
*'The calligrapher's daughter' 2010-03-2445 (2010/13).