Teun probeert iets onder zijn bed te duwen, 'Doe de deur snel dicht,' snottert hij. 'Wat is er?' vraagt Gijs. 'Ik kan het je niet vertellen. Omdat jij je mond niet kan houden,' antwoord Teun. 'Natuurlijk wel', zegt Gijs. 'Ik ben goed in geheimen.' Teun kijkt hem lang aan. 'Ik weet niet of ik je kan vertrouwen,' zegt hij dan. In mei 1940 wordt Nederland bezet door de Duitsers. Ineens is het oorlog. Gijs vindt het allemaal wel spannend. Maar al gauw zorgt de oorlog ook voor ruzie in huis. De vader van Gijs is lid van de NSB. Hij bewondert Hitler. De broer van Gijs, Teun, is juist fel tgen de Duitsers. Gijs twijfelt. Wie heeft er gelijk? Zijn vader of zijn broer? Hoe lang is Gijs 'Joodse vriendinnetje Lea nog veilig? Gijs moet kiezen tussen zijn vader en zijn broer. Maar hoe weet je wat 'goed' en wat 'fout' is in een oorlog? Hoe weet je wie je nog kan vertrouwen?