Budi (bijna 12) is een arme jongen die in Jakarta woont en werkt. Hij is te arm om naar school te kunnen gaan en moet werken in een 'sweatshop', waar hij voetbalschoenen maakt. Wat hem vooral bezighoudt is voetballen en zijn wens om een beroemde professionele voetballer te worden. Samen met zijn boezemvriend Rochy droomt hij daarvan, terwijl hij ook nog beperkt wordt door zijn bloedziekte (hemofilie). Een nieuwe beperking ontstaat als hij een bal schopt in het domein van een gemene onderwereldbaas. Er volgt een spannend verhaal over ongelijkheid, onrechtvaardigheid, vriendschap en hoop, onderbroken door grootmoeders wijze verhalen over vroeger. Dit is het debuut van de schrijver die een spannend verhaal vermengd met veel sociale problematiek. Technisch en inhoudelijk afgestemd op kinderen tussen circa 10 en 14 jaar. Er zijn buiten het voorplat geen illustraties. Het boek wordt afgesloten met informatie over en een interview met de auteur, informatie over Amnesty International en een woordenlijst met Indonesische woorden. Vanaf ca. 10 jaar. Ook leuk voor Nederlandstalige kinderen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs.