Karel vertelt dat hij geen luier meer nodig heeft nu hij van mama een stoere onderbroek heeft gekregen. Mama geeft hem ook een potje, waar hij voortaan zijn plasje op kan doen. Natuurlijk gaat het nog wel eens mis. Maar als Karel daarna zijn buik voelt kriebelen, bedenkt hij op tijd wat hij moet doen. En kijk eens, wat ligt er nog meer in het potje? Op iedere pagina staat links een zwart omrand kader met de tekst van ca. vier zinnen in handgeschreven, vette letters op een felgekleurde ondergrond; rechts een eveneens zwart omkaderde tekening, geschilderd in heldere kleuren met stevige vormen, voorzien van zwarte contouren, die hier en daar net uit het kader steken. Karel heeft een groot rond hoofd, zijn ogen, neus, mond en haren zijn summier aangeduid. Door de ik-vorm is de toon wat ouwelijk, maar het geheel oogt vooral vriendelijk. Stevig uitgevoerd, vierkant prentenboek met twee afgeronde hoeken en geplastificeerd, dik papier dat gemakkelijk is om te slaan en niet snel scheurt: qua uitvoering prima afgestemd op de doelgroep. Ook inhoudelijk sluit het verhaal goed aan bij peuters. Prima te gebruiken bij zindelijkheidstraining. Over Karel verschenen al vele peuterboeken. Vanaf ca. 2 jaar.