Papa kameleon is blauw en komt uit de sterke, stoere, blauwe wereld. Mama kameleon is geel; zij komt uit de lichte, nette, gele wereld. Ze kiezen voor de groene wereld want blauw en geel wordt groen. Hun baby Kamil wordt dus een groene kameleon. Na de eerste liefde gaat het mis omdat ze toch hun eigen blauwe en gele dingen willen doen. Veel ruzie, waarbij ze elkaar soms pijn doen en ze gaan scheiden. Ze keren terug naar hun eigen werelden; Kamil blijft bij mama wonen. Kinderlijk eenvoudig, maar heel zuiver en gevoelig wordt dit proces liefdevol uitgewerkt. De bijzondere kleurwisseling van kameleons past hierin prachtig als symbool. Kamil raakt totaal in de war van de ruzies. Eenzaamheid, angst en schuldgevoel wisselen elkaar af. Bij mama in de gele wereld moet hij totaal anders leven dan wanneer hij bij papa logeert. Hij loopt weg en ontmoet een grote, groene, kameleon die hem uitlegt hoe zoiets kan gebeuren en hem leert zijn eigen plek te creëren. Met behulp van groene takken, bladeren en stenen kan hij zich overal thuis voelen. De felgekleurde, eenvoudige illustraties van kameleons op de linkerpagina's zijn functioneel. Op de rechterpagina's staat steeds de (tamelijk lange) tekst. De auteur is werkzaam als therapeut bij een jeugdtraumacentrum. Vanaf ca. 4 jaar.