Deze beroemde roman uit 1933 handelt over de ambities van Laarmans om iets te gaan betekenen in de maatschappij via een agentschap in Edammer kaas in België. Hij geeft zijn klerkenbestaan ervoor op. Als het avontuur mislukt, keert hij weer terug als klerk. In zijn nuchtere en zakelijk stijl geeft Elsschot (Alfons de Ridder, 1882-1960) de ambities en het mislukken daarvan weer. 'Kaas' werd geschreven tussen 'Lijmen' (1923) en 'Het Been' (1937), maar sluit dicht aan bij die twee andere boeken, die samen een roman vormen waarin Laarmans ook optreedt. In het kleine oeuvre van Elsschot zijn zowel 'Kaas' als de beide andere boeken juweeltjes die het nog altijd verdienen te worden gelezen en ook, behalve een aantal inmiddels achterhaalde begrippen, modern aan doen. Het voortreffelijk conform de Verzameld werk-editie uitgegeven boek is geannoteerd door Peter de Bruijn. De enigszins curieuze inleiding van Elsschot wordt ook wel beschouwd als zijn literaire credo.