Hoe is een kaart opgebouwd en hoe kun je deze het beste lezen? In dit boek uit de subserie 'Kijk op kaarten!'* van de reeks 'De jonge onderzoeker' wordt hier aandacht aan besteed. Eerst is er uitleg waarom er kaarten zijn en welke soorten we kennen. Vervolgens komen onder meer aan bod het gebruik van symbolen, de windrichtingen, hoogtelijnen, schaal en breedte- en lengtecirkels. De teksten zijn niet al te lang en prettig leesbaar. Moeilijke woorden zijn vetgedrukt en worden achterin verklaard. Rood- en blauwomrande kleurentekeningen en -foto's, vaak met kinderen erop, zorgen niet alleen voor een prettige lay-out maar vullen als beeld ook de tekst goed aan. De doelgroep krijgt op deze manier meer inzicht in kaarten en kaartlezen en kan de aangeleerde kennis zeker ook gebruiken bij het gebruik van digitale kaarten. Opvallend is het dat juist aan dit aspect niet meer aandacht wordt besteed dan noemen dat we m.b.v. GPS ook kaarten kunnen lezen. Daar laat dit verder leuke boek best een belangrijke kans liggen. Vanaf ca. 8 t/m 11 jaar; ook geschikt voor kinderen die moeite hebben met lezen. MLP. *zie a.i.'s deze week voor nog twee delen uit de nieuwe subserie 'Kijk op kaarten!' van de reeks 'De jonge onderzoeker'. MLP.