Het verhaal speelt in Zuid-Afrika tijdens de woelige jaren tachtig van de twintigste eeuw als Katrien Neethling (10) op de radio hoort dat de politie op de schoolkinderen van Soweto heeft geschoten. De auteur verweeft twee verhaallijnen over de continenten heen en pendelt vervolgens naar de 15-jarige Wladek Kowalski die in Polen betrokken raakt bij een demonstratie tegen het communisme, en uiteindelijk naar Zuid-Afrika migreert. Beide jongelui staan qua politieke overtuiging tegenover elkaar, maar ze vinden elkaar in hun protest tegen het onrecht en in de liefde. De auteur (1947) is een gedreven vertelster: ze hanteert een toegankelijke stijl, maar meer dan eens valt de wat gezochte compositie op en blinkt er teveel glazuur op de historische context.