Jorrit (14) woont op Texel. Op een dag dwaalt hij door het bos en ontdekt een ruimtevaartuig, afkomstig van een andere planeet. Hij komt in contact met de computer ervan, genaamd Aria. In dit verhaal over goed en kwaad zijn de slechteriken de hotelgasten Harold, Karel, Jelle en Edwin. Zij zijn van plan het ruimtevaartuig te vinden, maar vooral ‘de kopie’. Ze gaan daarvoor over lijken. Pas na tweederde deel wordt duidelijk wie of wat de kopie is waarop gejaagd wordt. Jorits vroegere speelkameraadje Marjolein speelt ook een rol, maar nu ontstaat er ook een romantische verbinding. Technisch is het verhaal eenvoudig geschreven (19 korte hoofdstukken met veel witregels en veel dialogen), inhoudelijksluit het goed aan op de doelgroep. Het is een spannend doorleesavontuur. Eerste boek van de auteur (1971) die woonachtig is op Texel. Vanaf ca. 12 jaar.