Als prins Ivar geboren is, zijn zijn ouders zo blij dat ze hem onbehoorlijk verwennen en in alles zijn zin geven. Hierdoor wordt Ivar humeurig en boos. Ook als koning is hij ongelukkig. Ivar is het zat en zoekt naar iets groots zodat iedereen hem geweldig vindt. Hij wil de mooiste kathedraal ter wereld. Maar het ene na het andere ontwerp keurt hij af. Uiteindelijk komt er een oude vrouw met een grote doos. Ze praat met de koning en vertelt hoe de mensen hem noemen: Ivar de verschrikkelijke. Om de maquette te zien, moet hij eerst de doos van chocolade opeten. Van chocolade word je vrolijk en zo krijgt Ivar langzaam een beter humeur. De moraal van dit moderne sprookje wordt in het nawoord expliciet benoemd. De auteur waarschuwt ouders en leerkrachten tegen verwennen. Hoewel belerend en hier en daar wat uitvoerig, is het een aardig verhaal om samen te lezen en na te bespreken. Iedere spread van het kleine vierkante prentenboek bestaat uit een bijzondere paginagrote collageachtige kleurenillustratie met daarnaast tekst. De auteur is een Nederlandse biopsycholoog, therapeut, docent, onderzoeker en taal- en letterkundige die al vele boeken heeft geschreven. Voorlezen en bespreken met kinderen van ca. 6 t/m 8 jaar.