Dit boek is één grote aanklacht tegen de verantwoordelijke personen in een niet met name genoemd verpleeghuis. De echtgenoot van Inge, een dementerende vrouw, die er zeven jaar woonde voor zij overleed, schrijft er zeer geëmotioneerd over. Hij is huisarts en later lid, zelfs enige tijd voorzitter van de cliëntenraad en beschrijft woedend de wantoestanden, die zoals bekend, nogal eens in verpleeghuizen in min- of meerdere mate voorkomen. De cliëntenraad hier, bedoeld om de belangen van de bewoners te behartigen, heeft nauwelijks of niets in te brengen. Ze worden genegeerd en het zijn de – veertien – managers, de – twee –regiomanagers en oppermanager (de directrice) die het voor het zeggen hebben. Ook zijn er nog twee dames aangesteld om de gelden ten behoeve van zogenoemde 'waardigheid en trots' te gebruiken en, o ja, er is ook nog een regiobeheerder. De schrijver neemt geen blad voor de mond. De wantoestanden, die hij tussen zijn reizen door beschrijft, mogen wat hem betreft bekend worden. Zijn conclusie: 'Management en zorg zijn twee totaal verschillende werelden.' Een schokkend boek, lezenswaardig voor iedereen die bij ouderenzorg in verpleeghuizen betrokken is.