Na een feestje met te veel alcohol rijden drie tieners (Lore, Indra en Andreas) met de auto twee fietsers aan. Lore en Indra sluiten een pact om de straalbezopen Andreas achter het stuur te zetten en ze vluchten. Vijf jaar later heeft hoofdinspecteur Rani Diaz van de Mechelse politie genoeg werk met de kidnapping van een gerechtsdeurwaarder, de gruwelijke moord op een alleenstaande weduwe en een lijk in een natuurpark. Ondertussen wordt Indra benaderd door iemand die meer weet van haar verleden. Indra panikeert en zoekt heil waar het helemaal niet te zoeken is. Dit zesde deel in de Rani Diaz reeks van de Vlaamse Sterre Carron, die tot nu toe het misdaadgenre met wisselend succes beoefende, is een toonvoorbeeld van hoe een plot met de auteur aan de haal gaat. In de eerste helft van het boek is er nog de logische afwisseling tussen de verhalen van de dader, van de wreker en van de politie, maar hoe dichter je bij het einde komt hoe onwaarschijnlijker de oplossing wordt, waarbij o.a. pedofilie, islam en allerlei ongerijmdheden het verhaal binnen duiken. Iedereen moet wel een persoonlijk drama hebben in deze middelmatige detective voor een groot publiek.