Vierkant prentenboek met twee afgeronde hoeken en zeven kleurrijke illustraties over dubbele pagina's. Achter een grote, in vorm gesneden flap op de rechterpagina is een dier verstopt. Door de flap open te klappen, kan de 'lezer' zien welk dier het is: achtereenvolgens een olifant, panda, pinguïn, luiaard, nijlpaard, zeehond en als laatste twee papegaaien. Door ronde uitsparingen in alle bladzijden en flappen zijn de twee bolle plastic 'wiebelogen' (met beweegbare zwarte pupil) te zien. De ogen zijn bevestigd aan het achterplat, zonder randjes die kunnen worden losgepeuterd. De illustraties zijn opgebouwd uit contourloze (overlappende) vlakken in frisse, bonte kleuren; het geheel oogt vrolijk maar tevens wat plat. De herkenbaarheid kan bemoeilijkt worden door de vele decoratieve elementen in onder meer de vegetatie. De enkele tekstregels met eindrijm op de linkerpagina's hanteren een terugkerende vraag: 'Ik zie, ik zie ... ' en geven als hint specifieke kenmerken (grote poten, grote oren). Bovendien zijn rondom de flap reeds een stuk van de kop en het achterwerk zichtbaar. In dezelfde opzet verscheen ook 'In het bos'*. Vanaf ca. 2 jaar. *zie a.i.'s deze week. Kwetsbaar voor bibliotheekgebruik door grote flappen.