Een jongen worstelt met zijn spraakgebrek. Hij voelt zich hierdoor buitengesloten op school. Na een 'slechte praatdag' neemt zijn vader hem mee voor een wandeling langs de rivier. De vader wijst naar het water dat beweegt, borrelt en raast en zegt: 'Dat is hoe jij praat.' Het geeft de jongen een houvast waardoor hij zijn spraakgebrek kan accepteren. Het verhaal is autobiografisch; achterin vertelt de auteur kort zijn eigen verhaal over stotteren. De kleine, grotere en paginagrote waterverf-illustraties in dit vierkante prentenboek zijn sfeervolle, bijna zelfstandige kunstwerken; ze geven in onderwerp en techniekgebruik de gevoelens van de jongen goed weer. Met name de eenzaamheid en het gevoel anders te zijn, zijn krachtig verbeeld. Een uitklapbaar middendeel toont de twee helften van het gezicht van de jongen; na het openslaan is de jongen in de grote rivier te zien. De enkele regels tekst zijn over de pagina verspreid, gedrukt in een vette schreefloze letter. De in ik-vorm geschreven zinnen zijn eenvoudig, krachtig en poëtisch. Dit door onderwerp en illustraties bijzondere prentenboek zal vooral kinderen die 'anders zijn' aanspreken en bij anderen begrip oproepen. Vanaf ca. 5 jaar.