Het levensverhaal in brieven van Judith de Kom (1931), dochter van Anton de Kom (1898-1945), een centrale figuur in de antikoloniale opstanden in Suriname. Nadat haar vader daar verbannen wordt, verhuist het gezin naar Den Haag. Judith was dertien toen haar vader in 1944 op een dag niet thuiskwam. Pas zestien jaar later werden zijn stoffelijke resten gevonden in een massagraf bij concentratiekamp Sandbostel. In brieven, opgetekend door Ida Does, blikt Judith de Kom nu terug op haar leven, waar de zoektocht naar haar vader als een rode draad doorheen loopt. Ze wendt zich tot haar ouders en broers, jeugdvrienden, de verzets-kameraden van haar vader, haar voormoeder Azemia en andere betekenisvolle mensen. Haar leven is getekend door onrecht, oorlog en racisme, maar is ook een ode aan doorzettingsvermogen, rechtvaardigheid, vrijheid en vrede. Persoonlijk en invoelend geschreven. Met foto's en portretten, voornamelijk in zwart-wit.
Judith Allard-de Kom (1931) is een Surinaams-Nederlandse schrijver.
Ida Does (1955) is een in Surinaams Nederlandse schrijver en documentairemaker.