Een humoristisch boek met 47 korte dierenverhalen op rijm. De dieren leven in hun natuurlijke omgeving, maar hebben menselijke trekjes. Af en toe loopt het ritme van de rijm in een verhaaltje niet helemaal soepel, doordat een woord midden in een zin als rijmwoord wordt gebruikt. Er worden leuke taalgrapjes gebruikt, zoals de vlaamse gaai uit Gent, de koe, die oude koeien uit de sloot haalt, de das die een relatie krijgt met een vlinder, waaruit dan vlinderdasjes voortkomen, een vink die niet kan zingen, maar wel goed kan luisteren, dus een goede luistervink is, enz.. Elke dubbele pagina bevat een afgerond verhaal, geïllustreerd met grote, goed bijpassende, humoristische prenten, gemaakt in verschillende technieken, ingekleurd met waterverf. De tekst is gedrukt in een erg kleine letter. De verhaaltjes zijn genummerd en de dieren komen in alfabetische volgorde aan bod. Voor in het boek staat een inhoudsopgave. Hoog formaat boek met leeslint. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar, hoewel deze leeftijdsgroep de taalgrapjes nog zal ontgaan. Zelf lezen vanaf ca. 9 jaar. Zilveren Griffel 2011.