Nederlands-Frans woordenboek voor kinderen met basiswoorden uit de leefomgeving van kinderen. Per thema worden plaatjes getoond met daaronder eerst de Nederlandse en vervolgens de Franse benaming. De doelgroep van het boek wordt gevormd door Nederlandse kinderen in de laatste klassen van de basisschool ter voorbereiding op het middelbaar onderwijs of in de brugklas die het leuk vinden om Franse woordjes te leren. En het boek is ook geschikt voor Franse kinderen die Nederlands willen leren, of hun Nederlands willen verbeteren. Behandeld worden o.a.: familie, school, vervoer, supermarkt, bij de dokter, het weer, tegenstellingen, tellen en werkwoorden. De kleurige illustraties zijn duidelijk en zullen (jongere) kinderen aanspreken. Het onderwerp wordt per twee bladzijden aangegeven, links in het Nederlands, rechts in het Frans. Elk onderwerp heeft zijn eigen steunkleur, ook de woorden zijn omkaderd in deze kleur. Dit zorgt voor een overzichtelijke indeling. Het boek heeft een inhoudsopgave in twee talen en uitleg over zowel de Nederlandse als de Franse uitspraak. In dezelfde opzet verschenen heruitgaven 'Ik leer Engelse woorden' en 'Ik leer Spaanse woorden'*. Vanaf ca. 10 jaar. *zie a.i.'s deze week.