Dit vierkante prentenboekje met licht gewatteerd omslag gaat over een peuter die zijn straat laat zien. Hij begint met zijn huis, inclusief voordeur, raam en zijn mama, en gaat daarna de straat op, waar allerlei voertuigen voorbijkomen. Het volgende hoofdstuk is getiteld Hallo iedereen! en daarin ontmoet hij zijn buurmeisje, huisdieren, postbode en politieagent. In het laatste hoofdstuk, Spelen in het park, speelt hij in de speeltuin en kijkt hij naar de vogels en de eendjes. De belangrijkste woorden staan steeds dikgedrukt. Door middel van korte zinnen wordt uitleg gegeven over het dikgedrukte woord. De peuter spreekt de lezer direct aan en vertelt wat hij aan het doen is. Op sommige pagina's staan meerdere woorden centraal. De illustratie laat zien wat hij beschrijft; op de rechterpagina staat het jongetje vaak zelf ook afgebeeld. De tekeningen zijn eenvoudig maar kleurrijk; de figuren worden met een zwarte lijn duidelijk afgebakend en zijn ingekleurd met dekkende verf in grove penseelstreken. Er is geen verhaal maar het is is een kennismaking met voorwerpen en personen in de buurt en rond het huis. De auteur maakte vele peuterboeken o.a. over Karel en Kaatje. In dezelfde opzet verschenen deeltjes over o.a. de seizoenen, dieren, dagindeling en voertuigen. Vanaf ca. 1,5 jaar.