Vincent wordt op school door een groep jongens gepest. Hij heeft echter een survivalhandboek gelezen en in zijn fantasie denkt hij een held te zijn. Maar over een week is er het schoolkamp en dan gaat het mis. Vincent vlucht van het kamp weg en probeert onder te duiken is het bos, maar er wordt al snel een zoektocht naar hem ondernomen. Vanuit de ik-vorm geschreven wordt de lezer direct betrokken bij wat Vincent allemaal overkomt. De pesterijen lopen helemaal uit de hand, maar Vincent durft zijn ouders niets te vertellen. Vincent voert gesprekken met imaginaire dieren, zoals worm en eekhoorn, waaruit blijkt hoe eenzaam en in zichzelf gekeerd hij is. De hoofdpersoon wordt heel levensecht uitgewerkt. De nieuwe klasgenote Jasmijn ('De Jas') vormt een mooi tegenwicht voor Vincent. Het verhaal begint zeven dagen voor het schoolkamp en aan elke dag voor het schoolkamp wordt een hoofdstuk besteed, gevolgd door het verhaal van het schoolkamp. Een bijzonder goed gekozen structuur, met mooie wendingen, geschreven in een literaire stijl. Eerdere boeken van de auteur werden bekroond met of genomineerd voor belangrijke prijzen, waaronder de Jonge Jury Debuutprijs voor 'Vogel' (2007). Een bijzonder geslaagd boek, vanaf ca. 9 jaar. Kerntitel Kinderboekenweek 2018.