Angie (27, ik-persoon) woont in het kleine mijndorp Coober Pedy in Zuid-Australië waar het bloedheet is en de meeste mensen, ter verkoeling, in uitgegraven grotten wonen. Nu haar oma is overleden kan Angie eindelijk haar vleugels uitslaan en de wereld gaan bekijken. Op ansichtkaarten die ze van de vele bezoekers van het dorp ontving heeft ze al veel van de wereld gezien, maar nooit met haar eigen ogen. Als ze ontdekt dat haar vader een Italiaan is, is Italië het land waar haar ontdekkingsreis start. In Rome leert ze niet alleen haar vader, maar ook allerlei familieleden kennen waar ze nog nooit van gehoord had. De stiefzoon van haar vader, de humeurige en mysterieuze Alessandro, is vriendelijk en behulpzaam. Er vormt zich een voorzichtige vriendschap, maar het is duidelijk dat hij iets achterhoudt. Dan is hij ineens verdwenen. Angie laat het er niet bij zitten en reist hem achterna. Prachtig aangrijpend verhaal dat de lezer meevoert naar verschillende prachtige plekken op aarde. Vrij kleine letter.