In 23 korte verhalen volgt de auteur het spoor terug van zijn studentenjaren aan de Universiteit van Amsterdam van 1962 tot 1966. Zijn bestemming werd mede bepaald door het enigma van de Amsterdamse binnenstad en zijn bewoners. Wim Noordhoek (1943), die buiten Amsterdam is opgegroeid, komt in de Amsterdamse Jordaan tot wasdom. Als waarnemer van het dagelijks bestaan wordt hij geconfronteerd met de invloed van de communistische partij Nederland, die als een luis in de pels een kritisch geluid laat horen. Noordhoek laat met het verschijnen van het boek 'Goelag Archipel' van Solzjenitsyns zijn linkse sympathieën los. Door de studentenjaren is hij een kenner geworden van het Amsterdamse stadshart. Een historisch en anekdotisch boekje in een handig formaat.