Ibis

    Mediumsoort
    Boek
    ISBN
    9789463402880
    Verschijningsdatum
    Jaar van uitgave
    2020
    Taal
    Nederlands
    Categorie
    Non-Fictie
    Leeftijdsgroep
    Volwassenen
    SISO
    872 - Algemene bloemlezingen en verzamelingen
    Moeilijkheidsgraad
    Gemiddeld
    Onderwijsniveau
    H - Bovenbouw havo/vwo
    Reeks/Serie
    Monobiblos; dl. 7
    Uitgever
    Damon
    Aantal pagina's
    71 pagina's
    Hoogte
    200
    Breedte
    120
    Aantal banden
    1
    Bestelnummer
    2020293297
    NUR code
    308

    Aanschafinformatie

    De Romeinse dichter Ovidius (43 voor Christus-circa 18 na Christus) is vooral bekend geworden door zijn 'Metamorfosen' waarin alle sagen - hier de sagen die een metamorfose tot slot hebben - vanaf het begin der wereld tot aan de komst van Caesar en keizer Augustus zijn opgetekend. Het gedicht 'Ibis' is van heel andere aard. Dit is 'een omvangrijk scheldgedicht aan het adres van een niet bij name genoemd persoon, die Ovidius in zijn ballingschap een niet nader genoemd onrecht heeft aangedaan'. Het is een uiterst virtuoos gedicht waarin goden en natuurkrachten worden ingeschakeld om de meest vreselijke straffen aan de kwaaddoener te voltrekken en de dichter wraak en voldoening te geven: 'Geef zo lang mijn bezwerende lied vol woede, / verdoemenis en verdriet weerklinkt / uw aller instemming aan mijn gebeden'. Niet minder wordt de natuur te hulp geroepen die hem alles moet ontnemen wat hij nodig heeft. De virtuositeit is groot, maar de enorme haat en woede zijn weinig verheffend en werken ook vermoeiend. Voor classici echter een interessante uitgave, mede door het uitvoerige nawoord.

    Uitgeversinformatie

    Vertaald door Christiaan Caspers
    Onder redactie van Vincent Hunink

    Nadat keizer Augustus hem naar een kille uithoek van het Romeinse rijk verbannen had, ging Ovidius door met schrijven. De 'Fasti', een lang gedicht in de speels-erudiete trant van de 'Metamorfosen' bleef uiteindelijk onvoltooid, maar met de 'Tristia' en de 'Brieven van de Zwarte Zeekust' grondvestte hij een genre dat tot in onze tijd navolging vond, onder meer in het werk van de twintigste-eeuwse ballingen Osip Mandelstam en Joseph Brodsky.

    Een buitenbeentje in dit late werk is de 'Ibis'. Het bestaat uit een virtuoos vormgegeven en verwoorde reeks vervloekingen aan het adres van iemand die Ovidius een onrecht heeft aangedaan. De identiteit van de mysterieuze boosdoener houdt de dichter verborgen, en dat is ondanks veel geleerde speculatie ook zo gebleven. Achter het rituele en mythologische geweld van zijn verwensing klinkt vooral een persoonlijk drama door: Ovidius’ even tomeloze als machteloze frustratie over zijn ballingschap.