Dit goed geschreven en fascinerende autobiografische boek van Tamsin Calidas leest als een spannende roman. Omdat het zo direct van toon is, maar ook omdat het bijna onvoorstelbaar is wat een mens kan doorstaan. Het leek zo idyllisch, een bestaan op een klein eiland voor de Schotse kust, ver weg van de Londense ratrace. De werkelijkheid is totaal anders: buffelen om een bestaan op te bouwen in een eenvoudig boerenhuis, geen gastvrije eilandbewoners, een relatie die langzaam barsten gaat vertonen en de allesoverheersende rol die de natuur speelt. Hij vertrekt ten slotte, zij blijft. Eenzaamheid in alle toonaarden – haar enige vriendin op het eiland komt om bij een ongeluk – tot zij na jaren vechten en overleven als het ware samen gaat vallen met de seizoenen, het natuurgeweld en de dierenwereld. En zelfs met de eilandbewoners. Maar dan zijn alle grenzen wel verkend. Rauw, pijnlijk, maar ook sterk en confronterend. Het is knap hoe zij de intervallen in tijd overbrugt, als terloops. De auteur is ook fotograaf en de zwart-witfoto’s in het boek zijn indrukwekkend. Een aanrader. Voor iedereen die houdt van grensverleggend leven en weet heeft van de gigantische invloed van de natuur op het bestaan. Vertaald als 'Ik ben een eiland'*.
*2020-42-2942 (2021/45).