Ergens in het achterland van Australië heeft Frank een tankstation met winkel. Zijn kleindochter van veertien verblijft bij hem omdat haar ouders gaan scheiden. Ze hebben niets gemeen en spreken nauwelijks, totdat op een dag een jonge vrouw, de zwaargewonde Maggie, komt aanrijden. Met behulp van een paar klanten wordt ze een beetje opgelapt, maar dan verschijnen er pick-up trucks met een grote groep mensen die jacht op haar maken en haar uitlevering eisen. Een belegering volgt. De lezer weet dan al wat er met Maggie is gebeurd en wat ze heeft gedaan. Het is een angstaanjagend en gruwelijk spannend verhaal, dat je niet weg kan leggen. Dreiging, geweld en wreedheid zijn de voornaamste ingrediënten. Het laat zien wat een leven in teruggetrokken eenzaamheid kan doen met de menselijke geest, zowel bij Frank die met zichzelf in het reine moet komen, als met de mensen uit het woestijngehucht voor wie mensen slechts een speelbal zijn voor hun verziekte geest. Met een boeiende setting, overtuigende karakterisering en tot op het eind volgehouden spanning kan men spreken van een meesterlijk debuut van de Australische auteur.

Zie a.i.’s deze week voor de Nederlandse vertaling.