Utrecht, 1930, de Steenstraat: van C en A tot in de Middeleeuwen. Toen en nu nog. Therese ziet door het raam de dromen van haar leven die onbereikbaar zijn. De huizen die omgeblazen worden als kaarten, de mensen die droomfiguren zijn en blijven. Veel innerlijke monologen, veel veranderende perspectieven, veel vaagheid ook. Moeilijk om tot de lezer door te dringen, er is een verre afstand, maar de woorden zijn wonderschoon en liefdevol. Koen Vergeer zegt in het nawoord dat de stijl doet denken aan Couperus. De stijl van Clare Lennart (1899-1972) is veel natuurlijker en stroomt. De schrijfster wordt door dit boek aan de vergetelheid ontrukt. Het nawoord is een goede bijdrage over haar leven en werk. Bijzonder, dat is het.