Margaret is 27 jaar wanneer ze met haar verloofde Chip in zijn Cessna stapt voor een romantisch uitje. Hij is nog bezig met het behalen van zijn vliegbrevet. Maggie is altijd bang geweest om te vliegen, maar ze doet het toch omdat ze haar angsten onder ogen wil zien. Helaas gebeurt er een tragisch ongeluk, ze storten neer met het vliegtuig. Chip heeft geen schrammetje, maar Maggie beland in het ziekenhuis met ernstige brandwonden en een gebroken ruggengraat, waardoor ze niet meer kan lopen. Haar leven is voor altijd veranderd, een moeizame weg van acceptatie en revalidatie begint. Bij Chip vindt ze geen steun, hij is geschokt door haar verlamming en loopt over van zelfmedelijden. Dan verschijnt Kitty, Maggie's oudere zus waar ze lang geen contact meer mee heeft gehad, ten tonele. Kitty weet samen met Ian, een Schotse fysiotherapeut, Maggie met veel overredingskracht aan te moedigen weer wat levensvreugde terug te vinden. Een vlot geschreven chicklit over kracht en vastberadenheid. Met een voorspelbaar happy end en levensechte personages. Auteur schreef vijf romans in dit genre.