Het levensverhaal van een op het platteland van Trinidad geboren Hindoestaan, nazaat van destijds uit India geïmmigreerde arbeidskrachten. Het is de vader van de schrijver die model heeft gestaan voor de hoofdfiguur, een 'kleine man', niet geboren voor grote daden, die zijn leven lang moet worstelen met armoede en tegenslagen, maar die ten slotte toch zijn grote droom, een eigen huis, in vervulling ziet gaan. Het is een rijk geschakeerd verhaal, vol milde humor en mededogen. In een inleiding beschrijft Naipaul hoe hij als vijfentwintigjarige, wonende in Londen, er toe kwam dit boek, zijn eerste grote werk, te schrijven. In en door dit boek rijpte hij als schrijver en werd hij zich bewust van zijn eigen West-Indisch-Hindoestaanse wortels. Voor lezers die de in 1932 op Trinidad geboren en in 2018 overleden schrijver kennen uit zijn latere werk, zal dit boek dus een welkome kennismaking zijn.