'Hôtel du Nord', geschreven in 1929, speelt in het Parijs van begin 20e eeuw. Enigszins in de lijn van Villa des Roses van Elsschot. Het echtpaar Lecouvreur besluit een hotel over te nemen in het noorden van Parijs. Op de eerste bladzijde trekt de schrijver met een prachtige scene de lezer het verhaal in. De tijd, de plek en de handeling worden in korte, treffende zinnen beschreven. Je wilt gelijk weten wat er verder staat te gebeuren. Onbekend met het uitbaten van een hotel bekommert het echtpaar zich binnen de kortste keren om de 60 bewoners, die van allerlei slag zijn. Per hoofdstuk komt een andere bewoner aan bod, zoals het kamermeisje, een toneelspeler met zijn gezin, twee ongetrouwde zussen. Het zijn korte anekdotische verhaaltjes die door de locatie en enkele steeds terugkerende personages met elkaar verbonden zijn. In een luchtige stijl met levendige dialogen schuiven de levens van deze figuren in de marge aan de lezer voorbij. Tijdloos, want mensen gaan niet heel anders met elkaar om, en tegelijk een prachtig tijdsdocument van de jaren '20 van de vorige eeuw. Mooi vertaald door Mirjam de Veth. De auteur (1898-1936) ontving de Prix du roman populiste voor deze roman, die in 1938 werd gefilmd door Marcel Carné.