Een rijke Amerikaan, wiens pas getrouwde zoon en schoondochter zijn vermoord, verzoekt FBI-agent John O'Hara om onderzoek te doen. Dat wordt een beetje lastig, want O'Hara is door de FBI geschorst. Maar rijkdom verschaft macht en O'Hara gaat aan het werk, maar niet nadat nog twee pasgetrouwde stellen zijn gedood. Tegelijkertijd jaagt FBI-agente Sarah Brubaker op een seriemoordenaar die moorden heeft gepleegd op mensen die John O'Hara heten. Hierdoor ontmoeten O'Hara en Brubaker elkaar en trekken ze verder samen op. Het Pattersoncollectief kan met recht een thrillerfabriek genoemd worden. Het zijn volgens het vaste Pattersonstramien verrichte klussen van wisselende kwaliteit, waaraan Patterson zijn naam verbindt, maar waaraan hijzelf waarschijnlijk weinig heeft bijgedragen. Dit deel is een van de betere producten, met acceptabele karakters, soms verrassende wendingen en redelijk veel spanning. Maar het fenomeen seriemoordenaar met een beroerde jeugd of een post-traumatisch stress syndroom is tamelijk uitgemolken. Kleine druk.