Ralf, een achttienjarige zoon van een Duitse vader en een Britse moeder, moet in het West-Berlijn van 1989 de tijd tussen zijn eindexamen en zijn verdere studie volmaken. Hij doet dit door met zijn vrienden met een natuurclubje op pad te gaan, maar ook door samen met hen dronken te worden en te vrijen met zijn vriendinnetje Maike. Zijn leven verandert echter volkomen als hij een heftige homo-erotische relatie aangaat met een iets oudere man. Deze zet zijn leven totaal op zijn kop als hij hem vertelt dat in zijn naaste omgeving een berucht spion van de DDR actief zou zijn. Pas na veel grote en kleine gebeurtenissen wordt, vlak voor de boeiend beschreven val van de Muur, onthuld wie die Stasi-agent is. En dat is een grote verrassing, zowel voor Ralf als voor de lezer. De auteur gaat uit van enige kennis van de topografie van West-Berlijn en doet veel aan names dropping. Dit coming of age en tevens spionageverhaal is vlot geschreven en wordt naarmate de roman vordert steeds intrigerender. Daarnaast biedt het een geloofwaardige kijk op het leven in een ingesloten stad.