In een verre toekomst leven de mensen in verschillende clans die met elkaar in oorlog zijn. De inmiddels 10-jarige Jeet is als baby door wilde honden meegenomen en in hun roedel opgenomen. Jaren later woont hij weer onder de mensen, na een lang proces van 'rehumanisering'. Maar Jeet voelt zich nog altijd meer hond dan mens: hij heeft een scherpe intuïtie en staat in telepathisch contact met zijn hondenmoeder. Als hij een verslag moet gaan schrijven van zijn volk en de komende strijd tegen aartsvijand de Dau, krijgt zijn leven een andere wending. Hij moet een belangrijke keuze maken: blijft hij onder de mensen of keert hij terug naar zijn roedel? De auteur (1959) kruipt opnieuw onder de huid van een buitenstaander die moet opboksen tegen de harde buitenwereld. Dit keer in een toekomst waarin de mensheid bijna uitgeroeid is. Hij roept veel vragen op, die niet allemaal beantwoord worden. Het open einde zou wel eens een vervolg kunnen inluiden. Spannend verhaal over je hart volgen, liefde en loyaliteit. Dit dystopische toekomstverhaal en liefdesroman ineen vertelt dat het ongewone soms angst oproept, maar er net zo goed mag zijn. Vanaf ca. 15 jaar. Ook in het Engels aangeboden: 'Dogchild', 2018-38-2697 (2018/47). Van dit boek is een uittreksel voor de Uittrekselbank Jeugd in de maak.