Op hoeve Westergaarde woont de familie Borgman die bestaat uit vader Joost, moeder Ina en hun vier kinderen: Leen, Riet, Ans en Cor. Vader Joost gaat ervan uit dat zijn opvolging een feit is, maar het verloopt allemaal niet zoals hij had verwacht. Zijn dochters trouwen met een ander dan hij in gedachten had - en om die reden doet hij er ook moeilijk over en duurt het lang voordat de huwelijken zijn goedkeuring kunnen wegdragen. En ook Leen en Cor lijken er geen interesse in te hebben. Zal dat nog goedkomen? Dat komt het natuurlijk, want een streekroman zou geen streekroman zijn als uiteindelijk niet alles op zijn pootjes terechtkomt. Dat maakt het lezen van deze roman ook weinig spannend. Daarbij doet het wat ouderwets aan allemaal, maar tegelijk past het daardoor dat wel goed bij de tijd waarin het boerenverhaal zich afspeelt. Erg vernieuwend is deze pennenvrucht niet als je hem vergelijkt met zijn voorgangers, want het gaat weer over het boerenleven begin twintigste eeuw. Maar de auteur is juist daarom geliefd, dus zal deze roman zonder twijfel weer graag worden gelezen.