De eerste postume publicatie van de semi-autobiografische novelle van de bekende uitgeefster Helen Wolff (1906-1994; Naast o.m. Günter Grass, Max Frisch en Uwe Johnson, waarbij de laatste het onlangs voor het eerst in het Nederlands vertaalde Jahrestage aan haar opdroeg). Dit verhaal van een zomerromance aan de Franse Rivièra ontstond aldaar rond 1932-'33 toen Helen auteur wilde worden (ze schreef ook twee toneelstukken). Het beschrijft het ontstaan van de relatie tussen de flamboyante, rijke uitgever, bon vivant en charmeur Kurt Wolff (1887-1963) met de 20 jaar jongere, onbemiddelde Helen. Na een paar gelukkige weken wordt Helen het patserige en overspelige gedrag van Kurt beu, verlaat hem en trekt in een klein huisje bij Saint-Tropez. Hier vindt ze innerlijke rust. Als ze elkaar door toeval weer ontmoeten, verlangt Helen dat Kurt wezenlijk moet veranderen, wat hij tenslotte doet. Het is een lichtvoetig, helder, wijs werk van een jonge vrouw die balanceert tussen zelfontwikkeling en overgave aan de man van wie ze zielsveel houdt. Het wordt aangevuld met een uitgebreid essay van haar achternicht Marion Detjen over de ontstaansgeschiedenis ervan. Beiden zouden na hun vlucht naar de VS vanaf 1942 Pantheon Books oprichten.