Twee meisjes groeien op als 'beste vriendinnen' op de basisschool in de jaren negentig. Wanneer ze echter ouder worden en de puberleeftijd bereiken, wordt Vikki langzaam maar zeker extremer: dominant, extravert, impulsief, altijd bezig grenzen te verkennen en te verleggen en alles uitproberend (sigaretten, drank, blowen, seks). De naamloze ik-figuur is gefascineerd door Vikki en laat zich steeds meeslepen. Ze heeft daarnaast ook een stil en verlegen vriendinnetje, maar als die onder bizarre omstandigheden verongelukt, gaat de vertelster zich alleen maar méér op Vikki richten. Thuis heeft Vikki niet veel, want haar vader is 'uit beeld' en haar moeder zit in een eigen mystiek New Age-wereldje, dus langzaam maar zeker drijft de vriendschap tussen de twee meisjes naar een crisis. Een overdadig lang maar zeer intens boek over hoe iemand grenzen kan aftasten en hoe dat verkeerd kan gaan; voor ouders van pubers een 'friend from Hell', maar zeer goed geschreven, spannend en met veel vaart op weg naar een schijnbaar onafwendbaar slot.