Achtste deel over Wiebe, het mannetje met het wiebelprobleem. Door zijn gewiebel komt hij constant in de problemen en wiebelt hij alles stuk. In elk deeltje gaat Wiebe op zoek naar degene die hem van het wiebelen af kan helpen. Dat is hem tot nu toe niet gelukt, maar tijdens zijn zoektocht komt hij erachter dat wiebelen ook zo zijn voordelen heeft. Wiebe dwaalt door het dicht bebladerde bos op zoek naar de tovenaar die hem kan ontwiebelen, hij klimt in de bomen om verder te kunnen kijken en wordt gevangen genomen door de boomklonters. Met zijn gewiebel jaagt hij de boombonkers weg en redt zo de boomklonters. Het taalplezier spat van de pagina's met zelfbedachte woorden als 'boombonkelaar', 'klutskuikenkussen', om er een paar te noemen. Oblong formaat, tekeningen opgezet in zwarte lijnen en ingekleurd met heldere kleuren. Wiebe is met zijn rood-witgestreepte shirtje, blauwe broekje en gele petje duidelijk te herkennen. Veel kinderen kunnen zelf niet stil zitten en zullen zich in Wiebe herkennen en erachter komen dat wiebelen ook zo zijn voordelen heeft. Vanaf ca. 4 jaar.
*'Het wiebelmannetje en de kwallebabbers' (deel 7), 2017-48-3960 (2018/06).