Een visser en zijn vrouw leven eenvoudig en wonen in een omgekeerde pot vlakbij zee. Op een dag vangt de visser een vis die kan praten, die hem smeekt hem weer in het water te gooien. De vrouw van de visser denkt dat het een wensvisje is en draagt haar man op terug te gaan naar de vis om te vragen om een betere woning. De vis vervult de wens, maar de vrouw wil steeds meer. Dit sprookje over hebzucht is een bewerking van 'Van de visser en zijn vrouw' van de Gebroeders Grimm. Het prentenboek bevat ruimtelijke, zachtgekleurde illustraties. De boodschap van het verhaal, om niet te veel te willen wensen, komt aan het eind goed naar voren. Door de herhaling van het rijmpje van de visser, zal het jonge kinderen aanspreken. Het werk van de schrijver en illustrator werd in het verleden al meerdere malen bekroond binnen de Nederlandse Vereniging van Illustratoren. Geschikt om voor te lezen aan kinderen vanaf ca. 5 jaar, maar het verhaal zal zowel bij jong als oud in de smaak vallen.