Poëzie van een schrijver (1952) die meer dan 50 kinderboeken heeft geschreven. Ook schrijft hij liedteksten en scenario's voor televisie en films. In 2012 kreeg hij de Theo Thijssen-prijs. Volgens de jury kan 'de auteur moeilijke, grootse dingen zelfs, vertellen in een eenvoudige taal, die zich nestelt in je hoofd'. Precies dit geldt ook voor deze dichtbundel. De 37 gedichten, nu eens met en dan weer zonder rijm, behandelen grote onderwerpen als afscheid en dood, liefde en de relatie met ouders. Wat ze teweeg brengen is echter een gewaarwording van blijdschap. De dichter zelf noemt het schrijven van kinderboeken de beste leerschool voor wie poëzie wil maken. Dat illustreert hij met deze gedichten voor een volwassen publiek. Ze zijn enorm toegankelijk. Ze zullen dan ook mensen aanspreken die houden van eenvoud en van sprekende beelden vol gevoel, zoals een moeder die heel klein wordt. De lichte toets, zoals in het 'Sonnet van de mooie meisjes', doet denken aan het werk van Han G. Hoekstra (1906-1988), die ook zowel voor kinderen als voor volwassenen schreef. Blijmakende gedichten voor volwassenen van een gevierd kinderboekenschrijver.