Lientje de Vree, dochter uit een arbeidersgezin, krijgt een dienstje als wasmeisje op de kapitale boerderij Zuiderhove. Hein Borgman, een van de twee zoons op die boerderij, kent Lientje als zijn jeugdliefde en hernieuwt de kennismaking, zeer tot ongenoegen van zijn moeder, die vindt dat Hein een rijke boerendochter moet trouwen. Om die reden wordt Lientje ontslagen en komt ze dankzij haar vroegere bazin bijna nergens voor een baantje in aanmerking. Lientjes zus Antje valt voor de zoon van een rijke graaf op wiens kasteel ze werkt. Het lijkt ook daar een uitzichtloze liefde. Een eenvoudige boerenstreekroman die makkelijk leesbaar is. Deze 35e roman van de auteur (1935) speelt zich af zo rond het begin van de twintigste eeuw en laat goed het grote verschil zien tussen arm en rijk, een thema dat vaak voorkomt in de boeken van de schrijver die in 1991 debuteerde met de boerenroman 'De Vlierhoeve'.