De omslagtekst '99% nonsens, 100% humor' klopt wel. Dit is geen voorlichtingsboek, maar een grappig, soms melig en in elk geval fantasierijk overzicht van lichaamsdelen en wat je ermee kunt doen. Navels zijn bijvoorbeeld handig 'omdat ze de plek markeren tot waar je je broek op moet trekken'. En vingers zijn 'vaak zo verlegen dat ze hun topjes in je neusgaten proberen te verstoppen'. Het boek is onderverdeeld in lichaamsdelen 'die je kunt zien' en 'die je niet kunt zien'. De auteurs zijn kort over de schaamstreek: daar schamen we ons voor, 'dus hebben we het er verder niet over'. Elk van de 68 hoofdstukken bevat een beschrijving (met als vaste slotzin: 'Meer valt er niet te weten over ...') en een weetje. Op de rechterpagina staat telkens een paginagrote zwart-witttekening waarin veel grappigs te zien en te lezen is. Soms is het een grote gedetailleerde illustratie en soms zijn het enkele kleine (ballon)strips; de bijschriften zijn in een kleine letter afgedrukt. De tekst in een vrij grote letter is vlot vertaald door Edward van de Vendel. Een kind weet aan het einde in elk geval alle namen van de lichaamsdelen, en heeft - als het van absurde humor houdt - veel gelachen. De auteurs zijn bekend van hun boeken over 'De waanzinnige boomhut'. Vanaf ca. 9 t/m 12 jaar. Kerntitel Kinderboekenweek 2015.