In 1945, nadat de vrede is gesloten, trekken drie Joodse vrouwen, allen weduwe geworden, zich terug in ‘het familiehuis’ aan zee. Overgelaten aan zichzelf, zonder enige hulp of steun van de Nederlandse regering, proberen de zachtaardige Serline, de oude Judit en de jongste, de sensitieve Roza, hun leven weer vorm te geven.