Ante Valdemar Roos (59), boekhouder bij een fabriek in het fictieve Zweedse Kymlinge, is ongelukkig in zijn tweede huwelijk met twee lastige stiefdochters, maar wil niet scheiden. Als hij twee miljoen kronen wint in de toto, zegt hij niets tegen zijn gezin, gaat stiekem met pensioen en koopt een huisje buiten. Daar is hij overdag, als zijn vrouw denkt dat hij werkt. In het huisje verbergt zich Anna (21), weggelopen uit een opvanghuis. Valdemar vindt haar, ze begrijpen elkaar en krijgen een warm vader-dochter contact, tot Anna's ex hen vindt en ze weglopen. Als Valdemars vrouw de vermissing meldt, wordt inspecteur Barbarotti, ondanks een gebroken voet, met collega Eva Backman, ingeschakeld. De Zweedse ex-leraar (1950) is als misdaadauteur het bekendst door de Inspecteur Van Veeteren serie. In dit derde deel van een serie over de half-Italiaanse inspecteur Barbarotti is het goedopgebouwde verhaal niet heel spannend, wél heel boeiend, met veel aandacht voor de gedachten van de hoofdpersonen en de besluitvorming van de politie, en een verrassend, ook logisch slot. Normale druk.