In het achttiende-eeuwse Amsterdam heeft de gewone bevolking het zwaar. Het belastingsysteem is corrupt en maakt de regenten en ambtenaars rijk, terwijl de rest van de stad in grote armoede leeft. Visvrouw Marretje Arents is een van de leiders van de groeiende groep die in opstand komt. Haar dochter Leentje brengt zichzelf in een onmogelijke positie door als dienstmeisje te gaan werken voor een van de rijke pachters, Jacob Bicker Raye. Ze wordt heen en weer geslingerd tussen loyaliteit aan haar moeder en haar werkgeefster, tussen aan zichzelf denken en trouw blijven aan haar achtergrond. Dit op historische feiten en bronnen gebaseerde boek geeft een mooi inkijkje in de geschiedenis. De auteur (1951) die al een aantal historische romans op haar naam heeft staan, heeft gedegen onderzoek gedaan, maar het lukt niet altijd om alles goed en logisch met elkaar te verbinden. Ook de wisselende schrijfstijl met veel herhaling van dezelfde woorden en beelden, zorgt ervoor dat het met vlagen een wat eentonig relaas blijft. De mooie details over het dagelijks leven geven daarentegen weer kleur.