Freddie is veertien jaar als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Haar moeder vangt dan al enkele jaren uit Hitler-Duitsland gevluchte Joden op. In 1941 sluiten Freddie en haar oudere zus zich aan bij het gewapend verzet. Ze verleiden hooggeplaatste nazi’s en lokken ze het bos in, waar ze worden gedood door verzetskameraden. Dan krijgen de zusjes zelf een pistool, en Freddie slingert heen en weer tussen angst en moed, twijfel en trots. Kun je een ander mens doden zonder zelf te veranderen? Haar vriend Peter wil dat ze stopt met verzetswerk. Er dreigt steeds meer gevaar voor verraad. Wie kan ze nog vertrouwen? Dan doet ze een schokkende ontdekking…