Het meisje Katje gedraagt zich graag alsof ze een echt katje was. Bij opa heeft ze zelfs een eigen slaapmandje, net als opa's poes. Mama vindt het allemaal maar niks en schrikt erg als Katje bij opa uit de boom valt. Thuis heeft papa een verrassing voor Katje: een echt poesje. Ook daar is mama niet blij mee, want 'straks denkt Katje helemaal dat ze een kat is!' Als mama en papa na hun werk Katje weer bij opa komen ophalen, zit ze weer in de boom. Maar nu begrijpt mama wel hoe ze zich moet opstellen tegenover haar dochter: mama wordt ook een katje! Dan geeft Katje zich gewonnen en laat zich, zonder te vallen, van de tak glijden. Derde prentenboek van de bekende Vlaamse auteur met opnieuw een onderliggende boodschap; dit keer: leer je kind beter begrijpen. Het eenvoudige taalgebruik is niet vrij van uitleggerij. De plot is vrij voorspelbaar, inclusief een gewenst, geruststellend slot. De kleurrijke tekeningen op een veelal witte achtergrond, gemaakt in een vrij grove, naïeve stijl, geven het verhaal eigenheid mee, maar zijn niet overal even geslaagd. Desondanks zal dit tijdloze thema met name veel jonge kinderen aanspreken. Vanaf ca. 4 jaar.