Moe gaat hij in zijn tv-stoel zitten en kijkt naar het journaal. Vannacht heeft hij slecht geslapen.
In zijn droom had hij geschreeuwd: ik val!
Toen hij Esther vertelde dat hij aan het bergbeklimmen was en plotseling naar beneden was gevallen,
zei ze: ‘Vreemd... dat je daarover droomt. Je hebt nog nooit een berg beklommen.’
‘Ja..., daarom is het ook een droom: in dromen is alles mogelijk.’
‘En heb je al besloten wanneer jij een vruchtbaarheidsonderzoek gaat doen?’ had ze er toen laconiek aan toegevoegd.