Op basis van een lezing die de auteur (1948) over de zoektocht naar de kern van de menselijke persoonlijkheid hield, schreef hij dit boek. De hoofdpersonages zijn psychotherapeut Klaas en Eefje. Beiden volgen een vervolmakingscursus en worden plots verliefd op elkaar. De auteur slaagt er in om de gevoelens van Klaas voor Eefje en omgekeerd te beschrijven op een bijzonder fijngevoelige manier. Je wordt als lezer als het ware meegezogen in de karakters van beide personen en in de zoektocht van beide verliefden naar het ware geluk. Maar niet alles verloopt zoals het hoort. Liefde, jaloezie en psychologische manipulatie wisselen elkaar af en dit weet de auteur op een heldere, vaak emotionele manier te brengen. Eenmaal dat je begonnen bent met het lezen van het verhaal, laat het verhaal je niet meer los. Je wilt echt het einde vernemen en meemaken. Een psychologische roman waarbij de ingrediënten relaties, liefde, jaloezie en psychologische manipulatie elkaar afwisselen.