In de derde roman* over gebeurtenissen op het fictieve Deense eiland Kenning raakt de paranormaal begaafde Nina - die bijvoorbeeld de geest van de verbannen Vikingvrouw Fiona kan zien - zwanger van ofwel de politieman Torben met wie ze nu is, of van ex-vriend Eddy die nu met een ploegje haar B&B verbouwt. Een van de vaklieden is een duistere figuur die Nina wel lijkt te stalken. Het boek begint met de beschrijving van de opsluiting jaren geleden van twee zusjes in een donkere ruimte, met fatale afloop en grote gevolgen. Stukje bij beetje leert de lezer de waarheid kennen. In het begin kan het vooral voor wie de eerdere Kenning-boeken niet las, even puzzelen zijn om alles te volgen, maar gaandeweg worden de vragen vanzelf beantwoord. Het paranormale speelt een grote rol en dat zal niet voor iedereen als een pluspunt gelden. Toch verwerkt de schrijfster dit element zo dat het ook voor 'niet-gelovigen' niet hinderlijk is. Het verhaal is er spannend en ingenieus genoeg voor, met een bevredigend slot. De verschillende hoofdfiguren zijn psychologisch geloofwaardig beschreven.

*Deel 2: 'De laatste adem' 2016-46-3892 (2017/42).