Verzameling anekdotes en heel korte verhalen over circa driehonderd wiskundigen of natuurwetenschappers die een bijdrage leverden aan de ontwikkeling van de wiskunde. De verhalen worden min of meer chronologische verteld, van de oudheid tot meer recent. In het eerste hoofdstuk is getallen en getaltheorie een centraal thema, in het tweede gaat het over meetkundige onderwerpen en in het derde over de analyse. Daarna volgen diverse onderwerpen: statistiek, cryptografie, chaostheorie, logica en heel andere aspecten als gelijktijdigheid van ontdekkingen, wiskundigen die gevangen worden gezet of die hun eigen dood voorspellen. Het gaat in de verhalen meer over de anekdote dan over de wiskundige zelf. Daardoor en door de compacte manier van vertellen is het prettig als de lezer over enige wiskundige voorkennis beschikt. Het boek is geïllustreerd met foto's van wiskundigen, titelpagina's van boeken en andere wiskundige figuren. Een namenregister en een korte Engelse bibliografie maken het boek compleet.